Tacit Knowledge in medische consultaties voor patienten met ZEVMB: een verkennend kwalitatief onderzoek
Ilse Harmina Zaal-Schuller, K. Kruithof, M. Hoogsteyns, A.M. Nieuwenhuijse, D.L. Willems & S.A. Huisman
Onderstaand een Nederlandse samenvatting van het artikel over de onderzoeksresultaten van Tacit Knowledge in medische consultaties voor patiënten met ZEVMB: een verkennend kwalitatief onderzoek. Dit is een deelonderzoek geweest van het totale project Tacit Knowlegde. 2CU was onderdeel van het projectteam dat meewerkte aan deze studie.
Het artikel behandelt de uitdagingen waarmee artsen worden geconfronteerd bij het begrijpen en vervullen van de gezondheidsbehoeften van patiënten met (zeer) ernstige verstandelijke en meervoudige beperkingen (ZEVMB). Mensen met ZEVMB kunnen zich niet goed uiten, waardoor zorgverleners, zoals ouders, een belangrijke rol spelen in het interpreteren van hun behoeften en wensen. Dit gebeurt vaak via tacit knowledge (onbenoembare kennis), die voortkomt uit persoonlijke ervaringen en een langdurige relatie tussen zorgverleners en patiënten. De studie richt zich op de interacties tussen ouders en artsen VG, om de rol van tacit knowledge in medische consulten te verkennen. Dit omvat de inhoud, vorm en functie van deze kennis in de zorg voor patiënten met ZEVMB.
De studie is een kwalitatief onderzoek dat de rol van tacit knowledge (TK) in consultaties tussen artsen Verstandelijk Gehandicapten en ouders van patiënten met (Zeer) ernstige verstandelijke en meervoudige beperkingen (ZEVMB) onderzoekt. Het richt zich op "eerste bezoeken" en follow-up consulten, die zijn opgenomen en geanalyseerd met thematische analyse. De deelnemers omvatten ouders, artsen en soms professionele zorgverleners, en er zijn geen exclusiecriteria gehanteerd.
In totaal hebben zes artsen VG aan deze studie deelgenomen, waaronder twee auteurs van dit artikel (IZ, SH). Deze artsen hebben 14 consultaties van patiënten met ZEVMB opgenomen.
Thema’s
Een belangrijk probleem dat ouders via hun TK onthulden, was pijn, vaak genoemd als het belangrijkste gezondheidsprobleem. In acht consultaties geloofden ouders dat hun kind pijn had, maar ze waren onzeker over de oorzaak. Ze konden gedetailleerde beschrijvingen geven van de pijnervaring van hun kind, zelfs wanneer het kind dit zelf niet kon uitdrukken. Ouders identificeerden specifieke gedragingen als indicaties van pijn, die door anderen misschien niet direct als zodanig werden herkend.
Een ander veelvoorkomend onderwerp was slaap, met ouders die TK deelden over epilepsie. Een moeder beschreef hoe ze de aanvallen van haar dochter nauwkeurig kon waarnemen, vaak beter dan de professionals. Ze had het gevoel dat ze de ernst van elke episode aanvoelde.
Ouders deelden ook TK over de algemene toestand van hun kind en veranderingen in gedrag, vaak negatief, zoals agitatie of zelfbeschadiging, wat zij intuïtief interpreteerden als een teken van pijn.
In zes consultaties werd TK gepresenteerd dat in tegenspraak was met de medische informatie die door de arts werd gegeven.
Hoe wordt TK gepresenteerd?
Ouders spraken over hun TK als informatie die moeilijk onder woorden te brengen was, gebruikmakend van termen als “weten” en “voelen”. Hun observaties waren vaak gebaseerd op lange ervaringen met hun kinderen, en ze gebruikten patroonherkenning om subtiele veranderingen te interpreteren.
In bijna de helft van de consultaties beschreven ouders TK die voortkwam uit hun ervaringen en herkenning van patronen.
Wat is de functie van TK tijdens deze gesprekken?
Ouders verwezen vaak naar eerdere situaties waarin hun TK cruciaal was. Ze presenteerden hun observaties met de verwachting dat de arts deze bevindingen zou bevestigen. Artsen erkenden de TK van de ouders en gingen dieper in op de implicaties ervan.
Door hun TK te delen, konden ouders waardevolle inzichten bieden die invloed hadden op de medische beslissingen. In sommige gevallen werd op basis van de intuïtie van de ouders besloten om bepaalde medicaties niet te wijzigen.
Deze bevindingen benadrukken het belang van het erkennen van de rol van ouders en hun tacit knowledge in de consultaties met artsen voor verstandelijke beperkingen. Het biedt inzicht in hoe deze kennis kan bijdragen aan de besluitvorming in de zorg voor patiënten met PIMD.
Samenvatting
In deze kwalitatieve studie werd de rol van tacit knowledge (TK) onderzocht tijdens consulten met artsen VG voor mensen met ZEVMB. Eén van de uitkomsten was dat ouders en verzorgers vaak hun TK deelden, vooral over gezondheidsproblemen zoals pijn, slaapproblemen en epilepsie. Deze kennis, gebaseerd op hun intuïtieve gevoel en lange ervaring in de zorg, beïnvloedde soms de medische beslissingen.
De studie benadrukt het belang van een multidisciplinaire aanpak, aangezien gedragsveranderingen vaak verschillende onderliggende oorzaken kunnen hebben, waaronder psychologische factoren. Er is echter sprake van beperkingen, zoals de focus op een klein aantal consulten in Nederland, wat de generaliseerbaarheid van de bevindingen kan beïnvloeden.
Toekomstig onderzoek moet de rol van TK verder verkennen in gesprekken met andere medische specialisten en post-consultatie-interviews met ouders en artsen omvatten. Deze studie benadrukt de noodzaak voor zorgprofessionals om de TK van ouders serieus te nemen, wat kan bijdragen aan betere zorg en levenskwaliteit voor mensen met ZEVMB.
Lees via onderstaande link het orginele artikel.
Andere artikelen
Contact
Stuur 2CU een mail
Wil je meer informatie over 2CU, ZEVMB of wil je weten wat 2CU voor jou kan betekenen?
Neem geheel vrijblijvend, contact met ons op.